Midden in de Lock down kreeg ik de vraag of ik bij mevr H op bezoek kon komen. Haar schoonzus was overleden aan corona. Ze kon niet naar de uitvaart, geen afscheid nemen en ook haar broer, die dus zijn vrouw was verloren, niet opzoeken. Dat deed haar groot verdriet. Haar eens zo grote familie was al zo klein geworden en nu kon ze niet eens afscheid nemen van een van de laatsten.
Ze vond het sowieso een moeilijke tijd. Zij was een gezellige dame, gewend aan veel bezoek, maar dat kwam nu niet meer. Zelf kon ze ook daarvoor ook al niet zo makkelijk de deur uit, maar nu natuurlijk helemaal niet meer. Haar dochter zorgde voor de boodschappen en die sprak ze dan van aan afstandje en ook de kleinkinderen hielden contact, maar het leven was zo anders geworden. Ze had het er moeilijk mee. Helaas kon ook ik haar niet bezoeken en dus belde ik. Soms gaat dat wat moeizaam maar niet met deze dame. Praten kon ze wel.
Ze had een vlotte, gezellige babbel waardoor niet altijd even duidelijk was hoe ze zich werkelijk voelde. Bovendien wilde ze haar familie ook niet te veel belasten. Maar niet op een normale manier afscheid kunnen nemen van haar schoonzus deed haar echt pijn. Zij was zo lang deel geweest van haar leven, van haar verleden, van de familie. Zij had haar leren kennen als een jonge meid, het vriendinnetje van haar broer, hun levens en gezinnen waren in al die jaren zo verbonden geraakt waren met elkaar. Het overlijden op zich van haar schoonzus kon ze nog wel accepteren, maar de manier waarop maakte het wel heel zwaar. Ze besefte nu pas hoe belangrijk het samen afscheid nemen is, het delen van herinneringen, je verdriet, de dankbaarheid voor het leven samen, met elkaar.
Na twee telefonische consulten kon ik haar gelukkig ook een keer echt bezoeken. Het had haar goed gedaan, naast alle gezellige telefoontjes in die tijd, ook deze gesprekken te hebben, waarin ze het verdriet toch op een andere manier kon uiten en zich niet hoefde in te houden. Ze kon weer verder zo.
Moni Klein Gunnewiek